-
1 jemanden als seinen Freund ansehen
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > jemanden als seinen Freund ansehen
-
2 en
en1 [ã]1 〈vervangt een zelfstandig naamwoord (zaaknaam) voorafgegaan door ‘de’ als vast voorzetsel van werkwoord, bijvoeglijk naamwoord of bijwoord〉 ervan ⇒ daarvan, erover, daarover, erop, daarop, ermee, daarmee 〈enz.〉2 〈 vervangt een zelfstandig naamwoord (zaaknaam) dat weggelaten is, of wordt gebruikt bij woorden en uitdrukkingen die hoeveelheden aangeven〉 er(van)♦voorbeelden:il prit un bâton et l'en frappa • hij pakte een stok en sloeg hem ermeeje lui en parlerai • ik zal er met hem over pratenje suis reçu au baccalauréat et j'en suis fier • ik ben voor het eindexamen (middelbare school) geslaagd en ik ben er trots opil en tirera un joli bénéfice • hij zal daar een aardig slaatje uit slaan2 combien de livres avez-vous? j'en ai plusieurs • hoeveel boeken heeft u? ik heb er verscheideneavez-vous des timbres postes? non, je n'en ai plus • heeft u ook postzegels? nee, ik heb er geen meerj'en ai • ik heb er watje n'en ai pas • ik heb er geenvoilà des fruits, prenez-en quelques-uns • hier is fruit, neem er wat van3 j'ai un coffre-fort mais j'en ai perdu la clef • ik heb een brandkast maar ik heb de sleutel ervan verloren————————en2 [ã]〈 bijwoord〉4 〈 wordt niet vertaald〉♦voorbeelden:1 elle en sort • zij komt eruit, zij komt er vandaans'en retourner • rechtsomkeert maken, teruggaanils en sont venus aux mains • ze zijn slaags geraakt————————en3 [ã]〈 voorzetsel〉1 〈 voor namen van landen, landstreken, tijd, hoedanigheid〉in ⇒ te, tijdens, per, bij 〈 blijft soms ook onvertaald〉7 aan♦voorbeelden:en mon absence • in, tijdens mijn afwezigheidteneur en alcool • alcoholgehalteen automne • in de herfstcompte en banque • bankrekeningen classe • in de klas, op schooltélévision en couleur • kleurentelevisieen croix • gekruistdocteur en droit • meester in de rechtenarbres en fleurs • bomen in bloeien France • in Frankrijken dix minutes • in tien minutenpromenade en vélo • fietstochtje, een eindje om per fietsen général • in het algemeenaller en ville • de stad ingaan, naar de stad gaanaller en voiture • per auto gaanêtre fort en mathématiques • goed in wiskunde zijnpeindre qc. en bleu • iets blauw verventraduire un texte en allemand • een tekst in het Duits vertalenil y a en lui qc. de mystérieux • hij heeft iets geheimzinnigsen moi-même, je pensais … • ik dacht bij mezelf …cela ne me concerne en rien • dat gaat mij niets aancela fait en tout deux cents francs • dat is dan in het totaal tweehonderd frankfaire les choses en grand • de zaken groots aanpakkense déguiser en arlequin • zich als clown vermommenen cercle • cirkelvormigparler en connaisseur • als een kenner pratenen ce moment • op dit ogenbliken ce monde • op deze werelden sabots • op klompenen Sicile • op Siciliëêtre en voyage • op reis zijnen arrière • naar achterenen avant • naar vorenen entrant il dit bonjour • bij het binnenkomen groette hijpauvre en matières premières • arm aan grondstoffen1. proner(van), erover, erop, etc.2. adv1) ervandaan, eruit2) daarom, erom, erdoor3) op weg3. prép1) in, te, tijdens, per, bij, naar [landen]2) als, -vormig [eigenschap]3) op [plaats, tijd]4) bij het5) tot [begin-, eindpunt]6) aan7) van [materiaal]8) over [tijd] -
3 titre
titre [tietr]〈m.〉1 titel ⇒ hoedanigheid, kwalificatie2 rechtstitel ⇒ akte, bewijsstuk4 effect ⇒ waardestuk, waardepapier6 gehalte♦voorbeelden:titre de noblesse • adelbriefà titre d'ami • als vriendà titre d' essai • bij wijze van proefà titre d' information • ter informatieà ce titre • om die reden, in dat opzichtà titre de réciprocité • op basis van wederkerigheidà titre bénévole • kosteloos, vrijwilligà titre exceptionnel • bij wijze van uitzonderingà titre honorifique • als bewijs van eerà titre personnel • persoonlijk, op persoonlijke titelà plus d'un titre, à plusieurs titres • in meer dan één opzicht, om verschillende redenenau même titre • op dezelfde wijzeau même titre que • evenals, op dezelfde wijze alsau titre de l'article 10 • krachtens, uit hoofde van artikel 10en titre • vast aangesteld, officieelêtre admis sur titres • toegelaten worden op grond van diploma'stitres de propriété • eigendomsbewijsà juste titre • terechtà titre gratuit • gratisà quel titre • met welk recht, om welke redenavance sur titres • lening op onderpand〈 communicatie(media)〉 les grands titres de l'actualité • overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen4 titre de rente • obligatie, schuldbewijstitre d'un alliage • gehalte van een legeringor au titre • goud van het voorgeschreven gehaltem1) titel2) hoedanigheid3) akte4) opschrift [boek]5) kop [krant]6) effect, waardepapier7) rechtsgrond8) gehalte -
4 titré
titre [tietr]〈m.〉1 titel ⇒ hoedanigheid, kwalificatie2 rechtstitel ⇒ akte, bewijsstuk4 effect ⇒ waardestuk, waardepapier6 gehalte♦voorbeelden:titre de noblesse • adelbriefà titre d'ami • als vriendà titre d' essai • bij wijze van proefà titre d' information • ter informatieà ce titre • om die reden, in dat opzichtà titre de réciprocité • op basis van wederkerigheidà titre bénévole • kosteloos, vrijwilligà titre exceptionnel • bij wijze van uitzonderingà titre honorifique • als bewijs van eerà titre personnel • persoonlijk, op persoonlijke titelà plus d'un titre, à plusieurs titres • in meer dan één opzicht, om verschillende redenenau même titre • op dezelfde wijzeau même titre que • evenals, op dezelfde wijze alsau titre de l'article 10 • krachtens, uit hoofde van artikel 10en titre • vast aangesteld, officieelêtre admis sur titres • toegelaten worden op grond van diploma'stitres de propriété • eigendomsbewijsà juste titre • terechtà titre gratuit • gratisà quel titre • met welk recht, om welke redenavance sur titres • lening op onderpand〈 communicatie(media)〉 les grands titres de l'actualité • overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen4 titre de rente • obligatie, schuldbewijstitre d'un alliage • gehalte van een legeringor au titre • goud van het voorgeschreven gehalteadj -
5 sugar daddy
-
6 Harvey
n. Harvey, mannelijke voornaam; familienaam; provincie in Kansas (V.S.); stad in Illinois (V.S.); William Harvey (1578-1657), Engelse anatoom die de bloedcirculatie ondekte; 1950, Amerikaanse film met in hoofdrol James Stewart over een zeer excentrieke man met een onzichtbare 6 voet x 3 inches konijn als vriend -
7 agir
agir [aazĵier]1 handelen ⇒ te werk gaan, zich gedragen2 invloed hebben ⇒ zijn invloed aanwenden, beïnvloeden♦voorbeelden:1 gaan om ⇒ betreffen, sprake zijn van♦voorbeelden:il s'agit de savoir si • het is de vraag ofil s'agit dans ce livre de • het boek gaat overde quoi s'agit-il? • waar gaat het over?1. v1) handelen, optreden, zich gedragen2) beïnvloeden, druk uitoefenen3) (in)werken2. s'agir (de)v1) gaan om, sprake zijn (van)2) het is nodig -
8 avoir
avoir1 [aavwaar]〈m.〉1 bezit ⇒ vermogen, goed♦voorbeelden:avoir fiscal • belastingfaciliteitense faire faire un avoir • een tegoedbon laten uitschrijvenavoir à la caisse d'épargne • spaartegoedportez cette somme à mon avoir • crediteert u mij voor dit bedrag————————avoir2 [aavwaar]2 〈 vooral met toekomende tijd, passé composé, passé défini〉 krijgen ⇒ in het bezit komen van, hebben ⇒ 〈 examen, trein〉 halen3 te pakken nemen ⇒ beetnemen, te grazen nemen6 schelen ⇒ mankeren, hebben♦voorbeelden:avoir qn. à déjeuner • iemand te lunchen hebbenen avoir assez de qn. • genoeg van iemand hebbenen avoir à, après, contre qn. • iets tegen iemand hebben, op iemand gebeten zijnnous en avons pour deux heures • we hebben er twee uur voor nodigen avoir pour son argent • waar voor zijn geld krijgenavoir pour ami • als vriend hebbenavoir qc. sur soi • iets bij zich hebbenavoir un prix • een prijs krijgenfaire avoir qc. à qn. • iemand aan iets helpen6 qu'est-ce qu'elle a, cette télé? • wat mankeert er aan die televisie?1 er is, zijn ⇒ er staat, staan, er ligt, liggen♦voorbeelden:il y a cinq kilomètres d'ici au village • het dorp is vijf kilometer hiervandaanil y en a qui • er zijn mensen diecombien y a-t-il d'ici à Paris? • hoever is het (van hier) naar Parijs?il n'y a pas de quoi • niets te dankenil n'y a pas que lui • hij is niet de enigequ'est-ce qu'il y a de nouveau? • wat voor nieuws is er?→ unIII 〈 hulpwerkwoord〉1 hebben, zijn2 moeten ⇒ behoeven, willen♦voorbeelden:il n'a pas à se plaindre • hij heeft niet te klagentu n'auras pas à le regretter • je zult er geen spijt van krijgenje n'ai rien à faire • ik heb niets te doenj'ai (fort) à faire • ik heb het (erg) druk1. m1) bezit, vermogen2) creditpost2. v1) hebben, bezitten2) krijgen3) halen [examen, trein]5) dragen [kleren]6) zijn [leeftijd]7) meten8) schelen, mankeren9) lijken (op)10) [hulpww.] hebben, zijn11) [hulpww.] moeten3. il y av1) er is/zijn2) geleden zijn -
9 agir en ami
agir en ami -
10 avoir pour ami
avoir pour ami -
11 en ami
en ami -
12 à titre d'ami
à titre d'ami -
13 buddy
n. vriend, kennis; kerelbuddy11 maat ⇒ vriend, kameraad————————buddy2〈werkwoord; buddied〉 〈Amerikaans-Engels; slang〉♦voorbeelden: -
14 faux
faux1 [foo]I 〈m.〉1 (het) valse ⇒ (het) onware, (het) onechte♦voorbeelden:3 〈 figuurlijk〉 s'inscrire en faux contre une interprétation • de juistheid van een interpretatie aanvechtenII 〈v.〉♦voorbeelden:————————faux2 [foo],fausse [foos]〈bijvoeglijk naamwoord; ook bijwoord〉1 vals ⇒ onwaar, onjuist, verkeerd2 ongegrond ⇒ vals, ijdel3 onecht ⇒ nagemaakt, vervalst, schijn-, imitatie-4 onoprecht ⇒ onwaarachtig, vals♦voorbeelden:faire un faux mouvement • een verkeerde beweging makenfaire un faux pas • een misstap doense trouver dans une fausse position • zich in een scheve positie bevindensituation fausse • dubbelzinnige situatiefrapper à faux • misslaanraisonnement qui porte à faux, en porte à faux • ongefundeerde redeneringfaux ami • vriend die geen vriend isc'est une fausse blonde • ze heeft geblondeerd haarfaux bonhomme • iemand die slechts in schijn goedaardig isfaux col • losse boordc'est une fausse maigre • zij lijkt magerder dan ze isfaire une fausse sortie • net doen alsof men weggaat1. m2) vervalsing3) bedrog2. fzeis [landbouw]3. faux/fausseadj, adv1) vals, onwaar, onjuist2) ongegrond3) onecht, nep4) onoprecht5) onzuiver, vals [muziek] -
15 ami
〈m., v.; ook bijvoeglijk naamwoord〉2 vriendje, vriendinnetje ⇒ minnaar, minnares, geliefde3 〈 figuurlijk〉liefhebber, -ster ⇒ vriend(in), sympathisant♦voorbeelden:ami de la famille • huisvriendles troupes amies • de bevriende troepenami intime • boezemvriendil est ami de la précision • hij is erg gesteld op stiptheidje suis très ami avec elle • ik ben zeer bevriend met haar〈 spreekwoord〉 les amis de mes amis sont mes amis • de vrienden van mijn vrienden zijn (ook) mijn vriendensa petite amie • zijn vriendinnetjeami du livre • boekenliefhebber→ compte -
16 one
adj. een--------n. een--------pron. iemandone1[ wun] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:these come only in ones • deze worden alleen in verpakkingen van één/per stuk verkocht————————one21 〈als vervanging voor eerder genoemd woord; meestal onvertaald〉 (er) een ⇒ 〈 benaming voor〉 (er) eentje 〈 grap, verhaal, drankje, snuiter enz.〉♦voorbeelden:like one dead • als een dodelet's have (a quick) one • laten we er (gauw) eentje gaan drinkenthe one that I like best • degene die ik het leukst vindI'll go him one better • ik zal hem een slag voor zijn/overtroevennever a one • geen enkelehe was one up on me • hij was me net de baasthe one about the generous Scot • die mop over de vrijgevige Schothe's a one for music • hij is een muziekliefhebberthis one's on me • ik trakteer!this one • deze hier2 〈 Brits-Engels〉 one must never pride oneself on one's achievements, 〈 Amerikaans-Engels〉one must never pride himself on his achievements • men mag nooit prat gaan op zijn prestatiesII 〈telwoord; als voornaamwoord〉1 één♦voorbeelden:1 become one • één worden, samenvallen/smeltenone after another • een voor een, de een na de andereone or two • één of twee, een paarhe and I are at one (with one another) • hij en ik zijn het (roerend) eens (met elkaar)one by one • een voor een, de een na de anderone of the members • een van de ledenone to one • één op/tegen éénone to one match • één op één/puntsgewijze overeenkomstas one • als één man¶ one and all • iedereen, jan en allemanI was one too many for him • ik was hem te sterk/te slim af〈 informeel〉 like one o'clock • als een gek, energiekI, for one, will refuse • ik zal in ieder geval weigeren(all) in one • (allemaal) tegelijkertijd/gecombineerd〈 informeel〉 done it in one! • in één keer!, de eerste keer goed!→ one another one another/————————one31 een zeker(e) ⇒ één of ander(e), ene♦voorbeelden:we'll meet again one day • we zullen elkaar ooit weer ontmoetenone Mr. Smith called for you • een zekere Mr. Smith heeft jou gebeldII 〈telwoord; als determinator〉1 één ⇒ enig; 〈 figuurlijk〉 de/hetzelfde; 〈 als versterker, Amerikaans-Engels; informeel〉 enig, hartstikke♦voorbeelden:from one chore to another • van het ene klusje naar het anderethey are all one colour • ze hebben allemaal dezelfde kleurone day out of six • één op de zes dagen, om de zes dagenthey cried out with one voice • ze riepen als uit één mondmy one and only friend • mijn enige echte vriendthe one and only truth • de alleenzaligmakende waarheidone and the same thing • één en dezelfde zaak, precies hetzelfdeneither one thing nor the other • vlees noch vis, halfslachtig -
17 call
n. roep; telefoontje; visite, bezoek; bel; uitnodiging; aanklacht; moeten--------v. roepen; schreeuwen; uitnodigen; telefoneren; bezoekencall1[ ko:l] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 〈 benaming voor〉 signaal ⇒ 〈 leger〉 verzamelsignaal 〈op bugel e.d.〉; 〈 jacht〉 hoornsignaal; (met lokfluitje) nagebootste dierenroep; 〈 brandweer〉 alarm4 (kort/formeel/zakelijk) bezoek5 beroep ⇒ aanspraak, claim6 oproep(ing) ⇒ sommatie, roep(ing); appel, voorlezing van presentielijst 〈 school, parlement e.d.〉; 〈 geldwezen〉 oproep tot aflossing van een schuld, aanmaning7 reden ⇒ aanleiding, noodzaak, behoefte10 telefoontje ⇒ (telefoon)gesprek, belletje♦voorbeelden:within call • binnen gehoorsafstandpay a call on someone • iemand een kort bezoek brengen, bij iemand langsgaanthe actors received a call for eight o'clock • de acteurs moesten om acht uur ophave at/on one's call • tot zijn (onmiddellijke) beschikking hebben〈 geldwezen〉 money at/on call, loan on call • callgeld, daggeldleningthere's no call for you to worry • je hoeft je niet ongerust te makenthere's not much call for figs • er is niet veel vraag naar vijgen→ close close/————————call21 (even) langsgaan/komen ⇒ (kort) op bezoek gaan, aanwippen; stoppen 〈 op station〉♦voorbeelden:〈 informeel〉 call by • (even) aan/binnenwippenplease call in this afternoon • kom vanmiddag even langs alsjeblieftdo call round again • kom vooral nog eens langsthe ship calls at numerous ports • het schip doet talrijke havens aan3 roepen 〈 ook figuurlijk〉 ⇒ zijn roep uiten 〈 van vogel〉; lokken 〈 door nabootsing van dierengeluid〉; 〈 in het bijzonder〉 ritmisch roepen 〈 instructies〉; bij dans♦voorbeelden:call (something) (out) to someone • iemand (iets) toeroepenEdith will call (you) tonight • Edith belt (je) vanavondduty calls (me) • de/mijn plicht roept4 did Joan call (hearts) at all? • hééft Joan wel (harten) geboden?1 afroepen ⇒ oplezen, opsommen3 afkondigen ⇒ bijeenroepen, proclameren4 wakker maken ⇒ wekken, roepen7 het houden op ⇒ zeggen, (een bedrag) afmaken op♦voorbeelden:call to witness • als getuige oproepencall down/in/over • (naar) beneden/(naar) binnen/bij zich roepencall a meeting • een vergadering beleggen/bijeenroepenhow can you call yourself my friend? • hoe kun je beweren dat je mijn vriend(in) bent?call someone a liar • iemand uitmaken voor leugenaaryou call that hard? • noem/vind je dat moeilijk?call (something) one's own • (iets) bezitten, (iets) zijn eigendom (kunnen) noemen〈 informeel〉 what d'you call it? • hoe-heet-het-ook-weer?, dingesbe called after one's grandfather • vernoemd zijn naar zijn grootvadercall away • wegroepencall forth • oproepen, (naar) boven brengencall forward • naar voren roepen -
18 only
adj. enig--------adv. slechts, alleen, maar--------conj. maaronly1[ oonlie] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉1 enig2 best ⇒ (meest) geschikt, juist♦voorbeelden:we were the only people wearing hats • we waren de enigen met een hoed (op)the only thing now is to call the police • het enige wat je nu nog kunt doen, is er de politie bijhalenhis one and only friend • zijn enige echte vriendmy one and only hope • de enige hoop die me nog rest¶ you're not the only pebble on the beach • je bent niet alleen op de wereld; er zijn ook nog anderen te krijgen————————only2〈 bijwoord〉1 slechts ⇒ alleen (maar), maar, enkel♦voorbeelden:1 only think! • stel je voor!I've only just enough money • ik heb maar net genoeg geldshe was only too glad • ze was maar al te blijonly five minutes more • nog vijf minuten, niet meerif and only if • als en alleen alsif only • als … maar, ik wou dat …if only you had come earlier! • was je maar wat vroeger gekomen!if only to/because • al was het alleen maar omwe walked for two hours, only to find out that … • we liepen twee uur, maar enkel om te ontdekken dat …she told me only last week that … • ze vertelde het me vorige week nog dat …he arrived only yesterday • hij arriveerde gisteren pas————————only3〈 voegwoord〉♦voorbeelden:1 I like it, only I cannot afford it • ik vind het mooi, maar ik kan het niet betalenI could have gone, only my mother was ill • ik had kunnen gaan als mijn moeder niet ziek was geweestI would have phoned, only I didn't know your number • ik zou gebeld hebben maar ik had je nummer niet -
19 need
n. behoefte, nood, noodzaak; nood (in de problemen)--------v. hoeven, behoeven, nodig hebben; in nood zittenneed1[ nie:d]♦voorbeelden:a need for love • een behoefte aan liefdehave need of • behoefte/gebrek hebben aanpeople in need of help • hulpbehoevenden1 noodzaak♦voorbeelden:¶ if need be • desnoods, als het moet————————need2II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 nodig hebben ⇒ behoefte hebben aan, vereisen♦voorbeelden:this needs doing/to be done urgently • dit moet dringend gedaan wordenIII 〈hulpwerkwoord; 3e persoon enkelvoud need〉♦voorbeelden:1 all he need do is … • al wat hij moet doen is …he need not panic • hij hoeft niet in paniek te rakenwe need not have worried • we hadden ons geen zorgen hoeven te maken -
20 ansehen
ansehen♦voorbeelden:〈 informeel〉 sieh mal (einer) an, sieh dir mal das an! • kijk eens aan!, wie had dát gedacht!jemanden von oben (herab) ansehen • op iemand neerkijkenjemanden als seinen Freund ansehen • iemand als zijn vriend beschouwen1 eruitzien, ernaar uitzien♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
Freund (Subst.) — 1. Allermanns (Allerwelts) Freund, niemands Freund (jedermanns Geck). – Simrock, 2750; Winckler, X, 16; Eiselein, 185; Kirchhofer, 354; Reinsberg III, 143. Dem Allerweltsfreunde empfiehlt W. Müller: »Willst du der Leute Liebling sein, sei… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
List of Jacques Brel cover versions — The following artists all have covered songs of Jacques Brel. Songs written by Brel but not recorded by Brel himself are shown in bold. NOTOC 0 93 J s:* Liefde van later (Single, 2007)4 Walls:* Ces gens là (Van de CD Which side are you on , 2004) … Wikipedia
Liste d'interprètes de Jacques Brel — Les artistes dont les noms suivent ont tous interprété des œuvres de Jacques Brel. Les versions originales (c est à dire : premières éditions de chansons écrites par Brel, mais jamais reprises sur son propre répertoire) sont reprises en gras … Wikipédia en Français
Mann — 1. A blind man may perchance hit the mark. – Tauben und Hühner Zeitung (Berlin 1862), Nr. 6, S. 46. 2. A Mann a Wort oder a Hundsfott. (Ulm.) 3. A Mann wie a Maus ün a Weib wie a Haus is noch nit gleich. (Jüd. deutsch. Warschau.) Will sagen, dass … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Liste D'interprètes De Jacques Brel — Les artistes dont les noms suivent ont tous interprété des œuvres de Jacques Brel. Les versions originales (c est à dire : premières éditions de chansons écrites par Brel, mais jamais reprises sur son propre répertoire) sont reprises en gras … Wikipédia en Français
Liste d'interpretes de Jacques Brel — Liste d interprètes de Jacques Brel Les artistes dont les noms suivent ont tous interprété des œuvres de Jacques Brel. Les versions originales (c est à dire : premières éditions de chansons écrites par Brel, mais jamais reprises sur son… … Wikipédia en Français
Liste d'interprètes de jacques brel — Les artistes dont les noms suivent ont tous interprété des œuvres de Jacques Brel. Les versions originales (c est à dire : premières éditions de chansons écrites par Brel, mais jamais reprises sur son propre répertoire) sont reprises en gras … Wikipédia en Français
Feind — 1. Als Feind kann ich viel schaden und als Freund viel nützen. – Eiselein, 165. 2. Arme Feind, arme Herren vnd Schmachwort verachtet kein weiser Mann. – Henisch, 1052. 3. Auch den kleinen Feind muss man nicht verachten. 4. Auch vom Feinde kann… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Orkest van het Oosten — The Orkest van het Oosten (OvhO; literal translation Orchestra of the East , also known in English as The Netherlands Symphony Orchestra ) is a Dutch symphony orchestra. The home of the orchestra is the Muziekcentrum in Enschede. The OvhO… … Wikipedia
Geld — 1. Ach, nun fällt mi all mîn klên Geld bî. (Brandenburg.) Ein Ausruf, der häufig erfolgt, wenn jemand durch irgendeinen Umstand an etwas erinnert wird, was er hätte thun sollen, aber bisher zu thun vergessen hat. 2. All wîr1 Geld, dat et Wîf nig… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Gott — 1. Ach du grosser Gott, was lässt du für kleine Kartoffeln wachsen! – Frischbier2, 1334. 2. Ach Gott, ach Gott, seggt Leidig s Lott, all Jahr e Kind on kein Mann! (Insterburg.) – Frischbier2, 1335. 3. Ach, du lieber Gott, gib unserm Herrn ein n… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon